Urineweginfecties bij kinderen: wat loopt er mis?

Terug naar overzicht
Urineweginfecties komen voor bij 1 op 20 acuut zieke kinderen in de huisartsenpraktijk (1) Het zijn potentieel ernstige infecties bij kinderen, en vroege opstart van antibiotica voorkomt progressie naar een ernstige infectie en ook langetermijncomplicaties zoals verlittekening van de nier (2-5). Vroegtijdige diagnose in de eerstelijnssetting is uitdagend, omdat de klinische symptomen niet specifiek zijn (6) en urineafname moeilijk is bij kinderen. Zo toonde voorgaand onderzoek aan dat de diagnose bij kinderen frequent gemist wordt in de huisartsenpraktijk, namelijk bij 6 van de 10 infecties (7). Op welke manier kan de vroegtijdige detectie van urineweginfecties verbeterd worden? Wat zijn de grootste uitdagingen in de eerstelijnssetting? We interviewden 23 huisartsen in Vlaanderen (Januari-Juni 2021).



Veronderstelling van lage preventie in de huisartsenpraktijk

Huisartsen gaven aan dat ze kans op een urineweginfectie bij een acuut ziek kind over het algemeen laag inschatten. Het verschil in prevalentie tussen eerste- en tweedelijnssetting werd ook frequent aangehaald. De assumptie van een lage prevalentie in de huisartsenpraktijk vormt een mogelijke uitdaging voor vroegtijdige detectie van urineweginfecties, omdat dit potentieel gepaard gaat met minder staalafname, wat het idee van een lage prevalentie in stand kan houden.

Onduidelijk wanneer urine moet worden afgenomen

Voor verschillende huisartsen was het onduidelijk wanneer urine moet worden afgenomen bij een kind. Symptomen die hen alert maakten op de aanwezigheid van een urineweginfectie waren bijvoorbeeld pijn bij het plassen, abdominale pijn, incontinentie en vaginale jeuk. Al gaven meerdere huisartsen aan dat dit bij jonge preverbale kinderen problematisch is. Een tweede indicatie voor het afnemen van urine was ‘koorts zonder focus’. Verschillende huisartsen beschreven dit begrip als de aanwezigheid van hoge koorts bij een acuut ziek kind, dat er ernstig ziek uitziet en waarbij het klinisch onderzoek geen afwijkingen toont. Mede afhankelijk van de ernst van infectie, gebruikten de meeste huisartsen in deze situatie een afwachtende houding, waarbij gevraagd werd aan de ouders om een urinestaal binnen te brengen indien het kind ziek blijft na twee tot drie dagen.

Bovenstaande gegevens bevestigen dat er een onduidelijke strategie is voor het afnemen van urine bij kinderen. Omdat er weinig symptomen van een urineweginfectie zijn, wordt er mogelijk slechts bij een beperkte groep kinderen urine afgenomen, wat een verklaring kan zijn voor laattijdige diagnose van urineweginfecties bij kinderen.

Onvoldoende niet-ingrijpende urineafnamemethodes

Huisartsen verkozen over het algemeen urinezakjes bij jonge kinderen, omdat deze gemakkelijk in gebruik zijn, en ouders ze thuis kunnen kleven. Vooral het niet-invasieve aspect bleek belangrijk. Zo goed als alle huisartsen waren van mening dat invasieve urineafnamemethodes zoals katheterisatie niet in de eerstelijnssetting thuishoren. Hierbij waren ze voornamelijk bezorgd over traumatische gevolgen voor het kind en de ouder. De clean-catch methode (nl. directe opvang van een urinestaal wanneer het kind spontaan plast of aan de hand van stimulatietechnieken)8 bleek weinig te worden gebruikt, omdat huisartsen van mening waren dat deze methode niet efficiënt is. Enkele huisartsen zouden deze methode wel door de ouders willen laten uitvoeren, omdat ze bezorgd waren over bijbesmetting van het staal.

Wat kan helpen?

1. Handleiding over urineafname bij kinderen, voor ouders
Een handleiding voor het afnemen en bewaren van urine bij kinderen. Instructies over het uitvoeren van de clean-catch methode met stimulatietechniek en het aankleven van een urinezakje. Een poster in de toiletruimte met een stappenplan.

2. Praktijksessies over urineafname bij kinderen, voor huisartsen

Praktische oefensessies voor het afnemen van urine via niet-invasieve methodes bij kinderen. Enkele huisartsen vonden dat de praktische aspecten van urineafname bij kinderen nog onvoldoende aan bod kwamen in hun opleiding.

3. Ontwikkeling van niet-invasieve urineafnamemethodes

Huisartsen benadrukten de nood aan een gemakkelijk te gebruiken, niet-invasieve, urineafnamemethode met weinig vals positieven. Momenteel is er geen afnamemethode die aan deze criteria voldoet.

4. Bijkomend personeel zoals een praktijkverpleegkundige

Tijdens de raadpleging is er onvoldoende tijd om urine af te nemen. Bijkomend personeel zoals een verpleegkundige leek verschillende huisartsen nuttig zodat urineafname voor of na het consult kan worden uitgevoerd.

5. Urinezakje tijdens het consult zelf kleven

Meerdere huisartsen vonden dat het kleven van een urinezakje na klinisch onderzoek tijdens het consult nuttig lijkt om sneller een urinestaal op te vangen.

6. Algoritme voor urineafname

Een algoritme op basis van klinische tekens en symptomen om te bepalen bij welke kinderen urine moet worden afgenomen. Eén huisarts gaf ook aan dat zo een algoritme potentieel door ouders thuis kan worden gebruikt, voor het consult, om na te gaan of urine moet worden meegenomen.

7. Gebruiksvriendelijke sneltest (point-of-care test)

Omdat de resultaten van een urinecultuur slechts na twee tot drie dagen beschikbaar zijn, kan een sneltest potentieel helpen bij het vroegtijdig uitsluiten van urineweginfecties. Volgens huisartsen moet een nieuwe sneltest voornamelijk accuraat zijn, snel resultaat geven, en gebruiksvriendelijk zijn.

Ernie4 studie

In een populatie van 575 acuut zieke kinderen <18 jaar, waarbij systematisch urine werd afgenomen was de prevalentie van urineweginfecties 6% (95% betrouwbaarheidsintervallen 5-9%). De sensitiviteit van de urineafnamestrategie volgens klinisch oordeel van de arts was 38% (95% betrouwbaarheidsintervallen (CI) 22-55%), overeenkomend met een hoog aantal gemiste infecties. In jongere kinderen <5 jaar, was de prevalentie 9% (95%CI 6-13).


Kinderen < 18 jaar - Prevalentie urineweginfecties 6%

Kinderen < 5 jaar - Prevalentie urineweginfecties 9%


Het onderzoek

General practitioners’ perspectives on diagnosing childhood urinary tract infections: a qualitative study

IN: The British Journal of General Practice
Hanne Boon, Ann Van den Bruel, Jan Verbakel
DOI : 10.3399/BJGP.2021.0589

Lees het volledige artikel via: https://doi.org/10.3399/ BJGP.2021.0589
Beluister de podcast: https://www.bjgplife.com/082
Bekijk de 1-minuut video: https://youtu.be/iIrzY0eCg48


Referenties

  • O’Brien K, Edwards A, Hood K, Butler CC. Prevalence of urinary tract infection in acutely unwell children in general practice: a prospective study with systematic urine sampling. Br J Gen Pract. 2013;63(607):e156-64.

  • Coulthard MG, Lambert HJ, Vernon SJ, Hunter EW, Keir MJ, Matthews JN. Does prompt treatment of urinary tract infection in preschool children prevent renal scarring: mixed retrospective and prospective audits. Arch Dis Child. 2014;99(4):342-7.

  • Roberts KB. Revised AAP guideline on UTI in febrile infants and young children. Am Fam Physician. 2012;86(10):940-6.

  • National Institute for Health and Care Excellence. (NICE) Urinary tract infection in under 16s: diagnosis and management (Clinical guideline CG54); London. 2007 [updated Oct 2018 ; cited 28 Aug 2022].

  • Shaikh N, Mattoo TK, Keren R, Ivanova A, Cui G, Moxey-Mims M, et al. Early Antibiotic Treatment for Pediatric Febrile Urinary Tract Infection and Renal Scarring. JAMA Pediatr. 2016;170(9):848-54.

  • Boon HA, Van den Bruel A, Struyf T, Gillemot A, Bullens D, Verbakel JY. Clinical Features for the Diagnosis of Pediatric Urinary Tract Infections: Systematic Review and Meta-Analysis. Ann Fam Med. 2021;19(5):437-46.

  • Boon HA, Verbakel JY, De Burghgraeve T, Bruel AVD. Clinical prediction rules for childhood urinary tract infections: a cross-sectional study in ambulatory care. BJGP Open. 2022.

  • Kaufman J, Fitzpatrick P, Tosif S, Hopper SM, Donath SM, Bryant PA, et al. Faster clean catch urine collection (Quick-Wee method) from infants: randomised controlled trial. Bmj-British Medical Journal. 2017;357.

Save the date

Doctoraatsverdediging Hanne Boon
8 november 2022 om 17u (Arenbergkasteel, 01.07) “Diagnosing urinary tract infections in children. Value of signs, symptoms, and point-of-care tests in primary care.”