Ook Dr. Julie Van Goethem (KU Leuven) dingt mee naar de Prijs van de Jonge Huisarts 2022: 'Patiënten appreciëren elke vorm van erkenning voor hun verlies'

Terug naar overzicht
NAAR JAARLIJKSE GEWOONTE ORGANISEERT ARTSENKRANT MET MEDEWERKING VAN HET INTERUNIVERSITAIR CENTRUM VOOR DE HUISARTSENOPLEIDING (ICHO) EN DOMUS MEDICA, EN MET DE FINANCIËLE STEUN VAN HET RODE KRUIS-VLAANDEREN DE 'PRIJS VAN DE JONGE HUISARTS POWERED BY ARTSENKRANT'. 
Vorige week zetten we Dr. David Bos van het ACHG in de kijker, maar ook Julie Van Goethem van de KU Leuven dingt dit jaar mee naar de hoofdprijs! Haar masterproef getiteld "Patients' experiences and expectations of the general practitioner's role in early bereavement care after death of a loved one: a qualitative study (part one)" met als promotor Prof. dr. Jo Goedhuys en co-promotoren Dr. Miek Smeets en Sanne Peters, onderzocht de ervaringen en verwachtingen van patiënten over de rol van de huisarts in de rouwbegeleiding na het overlijden van een naaste. Ze deed een kwalitatief onderzoek a.d.h.v. diepte-interviews. Julie onderzocht de vroege rouwfase, haar collega dr. Marie Verschaeve bestudeerde in haar masterproef de late rouwfase.

Verschenen in de Artsenkrant op 23/03/2022


Julie Van Goethem studeerde af als huisarts in 2021 Vandaag werkt ze in een groepspraktijk in Antwerpen. Al vroeg in haar haio-jaren viel het Julie op dat patiënten - mensen in het algemeen - met uiteenlopende rouwervaringen te maken krijgen, maar dat huisartsen in spe zowel in de basis- als in de latere huisartsenopleiding weinig tools aangereikt krijgen om een rol te spelen in het proces van rouwbegeleiding.

"Terwijl huisartsen goed geplaatst zijn om patiënten te begeleiden bij hun rouwproces", zegt de jonge huisarts. Om de kwaliteit van de rouwbegeleiding in de huisartsenpraktijk te verbeteren, onderzocht dr. Van Goethem in haar masterproef de ervaringen én verwachtingen van patiënten daarover tijdens de vroege rouwfase (tot één maand na het overlijden van een naaste). Daarvoor interviewde ze 14 patiënten.

© Artsenkrant


Verschillende patiënten gaven aan dat ze niet wisten dat rouwbegeleiding een rol van de huisarts kan zijn.


Verlies benoemen

"In de internationale literatuur ontbrak het perspectief van de patiënt over de rol van de huisarts in de rouwbegeleiding", licht Julie Van Goethem toe. Belangrijk en relevant dus om daar meer over te weten te komen en dat te toetsen aan de visie die huisartsen zelf hebben over hun rol in rouwbegeleiding van hun patiënten. "Onderzoek toont bv. aan dat huisartsen zich vaak onzeker voelen over wat 'gepast' is om te zeggen wanneer een patiënt voor hen zit die een naaste verloren heeft."

Uit de resultaten van de interviews blijkt dat patiënten in feite slechts een vorm van erkenning voor hun verlies verwachten van hun huisarts, simpelweg door te polsen hoe het met hen gaat of een luisterend oor te bieden. "Als je merkt dat de patiënt in kwestie nood heeft aan een langdurig gesprek, kan je dat eventueel later inplannen", zegt Julie Van Goethem.

"Patiënten appreciëren het ook heel erg als je de datum van overlijden van hun naaste noteert in het dossier", vervolgt de huisarts. "Dat laat toe om in de late rouwfase (vanaf één maand na het overlijden, nvdr) nog betrokkenheid te tonen, bijvoorbeeld door te zeggen: 'Ik zag dat het recent twee jaar geleden was dat ... overleden is. Hoe is dat voor u?"

Beschikbaarheid tonen

"Verschillende patiënten gaven aan dat ze niet wisten dat rouwbegeleiding een rol van de huisarts kan zijn", merkt Julie Van Goethem op. "Omdat ze menen dat de huisarts maar beperkt tijd heeft, en dan vooral voor 'echte' medische problemen. Wel verwachtten ze dat hun huisarts hen correct kan doorverwijzen voor rouwbegeleiding."

"Naar de toekomst is het daarom belangrijk, zo gaven de geïnterviewde patiënten aan, dat huisartsen hun patiënten meer bewust maken van de rol die ze kunnen spelen in rouwbegeleiding. Concreet dus door aan hun patiënten te tonen dat ze beschikbaar zijn en willen helpen, voornamelijk door te zeggen dat ze welkom zijn voor een gesprek over hun rouwervaring."


Patiënten verwachten van hun huisarts slechts een vorm van erkenning voor hun verlies, simpelweg door te polsen hoe het gaat of een luisterend oor te bieden

Tools in de maak

Eveneens belangrijk is om collega-huisartsen bekender te maken met rouwbegeleiding en de rol die huisartsen daarin kunnen spelen. Samen met collega-huisarts Marie Verschaeve (die voor haar masterproef de late rouwfase onderzocht, nvdr) werkt dr. Van Goethem aan een wetenschappelijk artikel over het onderwerp. "In samenwerking met een rouwpsychologe en de Universiteit Antwerpen ben ik ook een workshop aan het uitbouwen. De concretisering daarvan gebeurt in april. Het moet een praktische handleiding worden voor praktijkopleiders en haio's. Op het befaamde WONCA-congres, dat in 2023 in ons land plaatsvindt, zou ik eveneens graag een workshop over rouwbegeleiding willen aanbieden."

Julies 'droom' is dat het thema rouwbegeleiding een vaste plek krijgt in de huisartsenopleiding. "En waarom ook niet in de basisopleiding? Elke toekomstige arts kan gebaat zijn bij meer kennis over hoe ze patiënten kunnen bijstaan bij een verlieservaring."

"Het is weliswaar niet de bedoeling dat huisartsen zich ontplooien tot experten in rouwbegeleiding", benadrukt Julie. "We hebben als huisarts inderdaad al veel taken. Wel is het handig om als huisarts handvaten te hebben om mensen in rouw te begeleiden. Die zijn er vandaag niet. Het is een gevoelig thema, dat niet eenduidig te benaderen is. Dergelijke praktische ondersteuning kan veel betekenen, zowel voor de patiënt als de arts."



FLASH QUESTIONS:
  • Waarom is jouw masterproef belangrijk?

Het doel is om de kwaliteit van de rouwbegeleiding in de huisartsenpraktijk te verbeteren door het perspectief van patiënten in kaart te brengen. Deze resultaten zouden verder geïmplementeerd moeten worden in interventiestudies en medische opleidingsprogramma's.

  • Wat is er nieuw aan je werk?

Er zijn al meerdere studies verschenen met suggesties omtrent rouwbegeleiding in de eerste lijn, maar tot op heden steeds vanuit het perspectief van de professional (huisarts). Deze studie is, voor zover geweten, de enige recente kwalitatieve studie over de rol van de huisarts in de rouwbegeleiding vanuit het perspectief van patiënten.

  • Waarom is het belangrijk dat andere (huis)artsen leren over je onderzoek?

In verschillende studies over rouwbegeleiding geven huisartsen aan dat ze zich enerzijds onzeker voelen over hun rol in de rouwbegeleiding van hun patiënten, maar dat ze anderzijds wel geïnteresseerd zijn om hun kennis en vaardigheden hierover te verruimen. Het toevoegen van de verwachtingen van patiënten is een absolute meerwaarde.

Welke van de vijf scripties verdient een pluim? U, beste lezer, bepaalt mee wie de winnaar wordt door te stemmen op artsenkrant.com.