Metaforum-werkgroep denkt na over de gezondheidszorg en zorgberoepen van de toekomst

Terug naar overzicht
LONG READ - PATIENT EMPOWERMENT, EEN MEDISCH TECHNOLOOG EN EEN INTERPROFESSIONEEL BASECAMP: INTERVIEW MET PROF. DR. JAN VERBAKEL OVER DE VISIETEKST VAN DE METAFORUM-WERKGROEP ROND DE GEZONDHEIDSZORG EN ZORGBEROEPEN VAN DE TOEKOMST.

Op 31 januari presenteerde de Metaforum-werkgroep zijn visietekst rond de gezondheids- en zorgberoepen van de toekomst op een wetenschappelijk symposium. De uitnodiging voor dat evenement vatte de uitdaging waar de werkgroep voor stond goed samen:

Tal van nieuwe technologische ontwikkelingen komen op ons af, zoals volledige genoomanalyse en artificiële intelligentie. De identificatie en kennis van zeldzame ziekten en ziekteprocessen nemen alsmaar toe. Gepersonaliseerde, multidisciplinaire en multiprofessionele behandeling van de patiënt wordt belangrijker. Patiënten zijn mondiger, kritischer en beter geïnformeerd. De toename van het aantal chronisch zieken en de vergrijzing stellen nieuwe maatschappelijke uitdagingen en preventie wordt belangrijker. Tegelijkertijd groeit de overtuiging dat de gezondheidszorg de 'hele mens' moet bekijken. Er zijn ook diepgaande wijzigingen in de samenleving: de bevolking vergrijst en wordt cultureel meer divers.

Kort na het symposium ontmoeten we een enthousiaste professor Jan Verbakel: “Deelnemen aan deze multidisciplinaire werkgroep was voor mij persoonlijk een bijzonder stimulerende ervaring. Dat onze visietekst rond zo’n relevant en hedendaags thema zo positief en geëngageerd onthaald werd, stemt me hoopvol.”

Hoe is deze Metaforum-werkgroep tot stand gekomen?

“Metaforum is een interdisciplinaire denktank waar academici vanuit verschillende disciplines hun wetenschappelijke expertise samenbrengen en nadenken over relevante maatschappelijke thema’s. Het Groepsbestuur van de Groep Biomedische Wetenschappen nam het initiatief voor de oprichting van de werkgroep. Hun vraagstelling was heel concreet: waar moeten we naartoe qua zorgberoepen van de toekomst? Hoe moeten onze toekomstige zorgverleners worden opgeleid en welke competenties hebben ze daarbij nodig?”

Op welke manier was u bij de Metaforum-groep betrokken?

“Ik ben huisarts van opleiding en als hoofddocent verbonden aan het Academisch Centrum Huisartsgeneeskunde. Mijn onderzoek is altijd gericht op evaluaties van innovatie en technologie in de eerstelijnszorg, en meer specifiek in de huisartsgeneeskunde. In de Metaforum-werkgroep vertegenwoordigde ik dus vooral het perspectief van de huisartsgeneeskunde. Voor mij persoonlijk was het een plus dat ik vanuit mijn onderzoek ook nauw verweven ben bij de evaluatie van innovaties in de eerste lijn.”

Vanwaar de nood aan reflectie rond de gezondheidsberoepen van de toekomst?

“Je hoort en ziet het overal: er komen heel wat noodkreten vanuit de zorgberoepen. Sla de kranten erop na en je leest over ziekenhuizen die afdelingen sluiten, over woon- en zorgcentra die het moeilijk hebben. Niet zozeer omwille van het patiëntenaanbod, maar door personeelstekorten, vooral bij verpleeg- en zorgkundigen.”

“Tegelijkertijd zijn er enorme stappen gezet qua technologische ontwikkeling die de zorg kunnen ondersteunen. Een goed voorbeeld is de Leuvense start-up ArtiQ. Zij hebben als missie om medische professionals met artificiële intelligentie bij te staan bij het diagnosticeren, behandelen en monitoren van patiënten met longaandoeningen.”

“Met de vraag van het Groepsbestuur, en met deze visietekst, wil men reflectie stimuleren over deze uitdagingen, wat ze betekenen voor de toekomstige rol van zorgverleners en hoe zij beter kunnen omkaderd worden.”

Hoe zijn jullie aan de slag gegaan?

“Je kan geen visie formuleren over de toekomst van de gezondheidsberoepen zonder na te denken over de toekomst van de samenleving. Daarom hebben we eerst de maatschappelijke evoluties in kaart gebracht die de gezondheidszorg voor uitdagingen stelt.”

“Puur demografisch zijn er een aantal verschuivingen. Er is de vergrijzing van onze maatschappij, waardoor de behoeften van de bevolking veranderen. Het gemiddelde opleidingsniveau in de samenleving stijgt; en in deze diverse maatschappij, met verschillende vormen van families, wordt gezondheid divers beleefd en opgenomen.”

“Ook in de gezondheidszorg zien we een evolutie naar patient empowerment. We stappen af van de paternalistische benadering waarbij de arts alles beslist en groeien naar een meer gedeelde verantwoordelijkheid. De rol van de patiënt, als lid van het team, wordt daarin steeds groter. Een uitdaging daarbij is de gezondheidsongelijkheid en de geletterdheid op het vlak van gezondheid. Want als je een complexe pathologie met je patiënt wil bespreken, heb je een gemeenschappelijk vocabularium nodig. Sociale media spelen daar ook een rol in. Bepaalde inzichten worden versterkt, er worden meer contrasten gecreëerd, en het principe van het voortschrijdend inzicht gaat vaak verloren, zoals ook bij de coronacrisis gebeurde.”

“Daarnaast staat de arbeidsmarkt voor zorgberoepen al een aantal jaren onder druk. Zowel financieel, als in termen van personeelsschaarste en arbeidsorganisatie. Vandaag is de zorg vooral georganiseerd rond specialisatie, en minder rond generalistische benaderingen. Daar moeten we over nadenken. In deze context blijven de arbeidstevredenheid van zorgverleners en de balans tussen hun werk en privéleven belangrijke aspecten om mee rekening te houden.”

“Ook milieu-elementen, zoals meer verkeer, meer luchtvervuiling, blootstelling aan schadelijke factoren en de klimaatverandering hebben meer en meer een impact op onze gezondheid.”

Kan de technologische evolutie die u al vermeldde een antwoord bieden?

“De evolutie op technologisch vlak zal de toekomst van de zorgberoepen in belangrijke mate meebepalen. We evolueren naar een meer gepersonaliseerde geneeskunde, dichter bij de patiënt. Zo bereken je vandaag niet enkel op populatieniveau de kans op, bijvoorbeeld, borst- of darmkanker, maar ook op het niveau van iedere individuele patiënt. Daarbij hou je dan rekening met genetische informatie, zoals de erfelijke belasting; maar even goed met milieufactoren, zoals de omgeving waar de patiënt woont.”

We evolueren naar een meer gepersonaliseerde geneeskunde

“Die technologische toepassingen in de zorg zijn vandaag al overal. Robotica wordt ingezet bij operaties om heel precies een tumor weg te snijden. Maar even goed als sociale robots bij ouderen; ze bieden hen gezelschap, slaan alarm bij een val of helpen hen zelfs recht.”

“Ook de beeldvorming evolueert snel, net als de verwerking van die beelden door artificiële intelligentie. Denk ook aan het gebruik van diagnostische tools, sneltesten die de huisarts in de praktijk gebruikt om zijn beslissing meteen mee vorm te geven. Of wearables waarbij technologie op de huid informatie doorgeeft naar een zorgverlener op afstand. Die krijgt een alarm wanneer bepaalde parameters bij de patiënt afwijkend zijn.”
Hoe moet de medische wereld omgaan met die technologische toepassingen?

“We hebben echt nood aan een nauwere samenwerking, of zelfs een integratie, van medische en meer technische zorgberoepen. Dan denken we aan recent opkomende disciplines in de opleiding, zoals die van medisch technoloog. Dit profiel is technologisch geschoold en heeft tegelijkertijd de skills om datagegevens te vertalen naar patiëntrelevante uitkomsten voor medische besluitvorming. Dat kan dan gaan van de duur van een ziekenhuisopname tot de kans op herval na een acute opname.”

“Uiteraard speelt het perspectief van de patiënt zelf een belangrijke rol in de beslissing van welke technologie aan bod komt. Als eindgebruiker, en degene die de technologie zal ondergaan, neemt die patiënt zo ook actief deel aan de evaluatie van deze gezondheidstechnologie.”

Als we het hebben over de gezondheidsberoepen van de toekomst, wat verstaan we dan precies onder ‘gezondheid’?

“De doelstelling van gezondheidsberoepen is om het gezondheidspotentieel van elke persoon te maximaliseren. Daarbij beschouwen we gezondheid als een complexe constructie, met vele dimensies. Het is niet-binair: je bent niet ‘gezond’ of ‘niet-gezond’, het is eerder schaalbaar. En doorheen de verschillende fasen van het leven is gezondheid dynamisch. Zo kan je een ziekte hebben die op jonge leeftijd weinig beperking geeft, maar op latere leeftijd wel. Voor een aantal aandoeningen is er dan ook geen ultieme behandeling. Daar gaat het in het ene geval over genezen en in het andere geval over het aanpassen van de levensomstandigheden van de patiënt.”

“In onze perceptie is gezondheid trouwens de gedeelde verantwoordelijkheid van het individu en de maatschappij. We stappen af van een model waar de patiënt als een passief object de zorg ondergaat. We streven ernaar om hem mee deel uit te laten maken van een team dat samen tot besluitvorming komt.”

Door een geïntegreerde organisatie van de zorg kunnen aandoeningen vroegtijdig opgespoord worden

“Daarom ook ijveren we voor een geïntegreerde organisatie van de zorg. Ik geef een voorbeeld. Een patiënt met suikerziekte komt in contact met de verpleegkundige die de medicatie toedient, de endocrinoloog die de behandeling opvolgt en de kinesist die de patiënt helpt om beweeglijk te blijven. Elk van deze schakels moet constant weten wat de anderen doen. Alleen op die manier verleggen we de focus van reactieve gezondheidszorg naar een preventieve, geïntegreerde aanpak waarbij gezond gedrag proactief wordt gepromoot. Aandoeningen worden zo ook vroegtijdig opgespoord, in een stadium waar nog veel winst te boeken valt.”

“Een ander belangrijk principe is de aandacht voor de meest kwetsbaren in onze maatschappij. Een gezondheidszorg die toegankelijk en betaalbaar is voor iedere persoon en waar geen verschillende snelheden worden gecreëerd.”

“Tot slot, en heel belangrijk, hebben we ook aandacht voor een gezonde werkomgeving voor de zorgprofessionals. Zorgverleners moeten terug naar de kern van hun taak. Minder tijd achter schermen, boven rapporten, en meer tijd en zorg voor hun patiënten.”

Hoe ziet het beroep van een gezondheidswerker er dan uit in 2040?

“We verwachten dat de connectiviteit alleen maar toeneemt. Daarmee bedoel ik dat we veel meer blijven meten en gegevens verzamelen. De vraag is dan natuurlijk wat de ethische implicaties zijn: hoeveel moeten we meten en willen we alles weten?”

“Daarbij aansluitend: hoewel de gezondheidszorg, door die technologie, de besluitvorming rond een individuele patiënt sterk bevordert, mogen we het populatieniveau niet uit het oog verliezen. Daar speelt solidariteit meer mee. De balans tussen individuele rechten en het maatschappelijk voordeel moet in evenwicht blijven. En er zullen andere financiële methodes en incentives moeten ontwikkeld worden dan die nu gelden.”

Data worden alsmaar complexer, we hebben profielen nodig die daarmee kunnen omgaan

Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. Chat GPT en andere AI-bots zullen de keuzes en beslissingen voor de zorg van een patiënt ondersteunen, maar we hebben profielen nodig die daarmee kunnen omgaan. Data wordt ook alsmaar complexer, we hebben dus nood aan nieuwe manieren om die data te evalueren.”

Teamwerk, waarbij taken gedelegeerd worden en er samengewerkt wordt, zal cruciaal zijn om de patiënt op een geïntegreerde manier te benaderen. Aan de andere kant blijft, met de constante uitbreiding van kennis, de nood aan hyperspecialisten hoog. Het concept van een medische front- en backoffice wordt dan interessant. Waarom moet, bijvoorbeeld, iemand die enorm goed is in chirurgische ingrepen ook een expert zijn in communicatie en in preventieve zorg?”

“Het is duidelijk dat in die toenemende technologische context communicatie op maat van de patiënt, menselijke interactie en het zorgdragende aspect van de gezondheidszorg alsmaar belangrijker worden.”

“Onze conclusie is dat de rollen die nodig zijn om die voortschrijdende technologie te integreren in onze klinische besluitvorming, en om onze gezondheidszorg future proof te maken, nieuwe combinaties van opleiding, kennis, ervaring en attitude vergen."

Over welke competenties zal de gezondheidswerker dan moeten beschikken in de toekomst?

“We zien vandaag dat alles in de gezondheidszorg discipline-specifiek georganiseerd is. Dat komt door het wettelijke kader, maar even goed door de opleiding. Zo staan de opleidingen geneeskunde, verpleegkunde en ergotherapie los van elkaar. Daardoor creëer je enerzijds silo’s die niet met elkaar communiceren, en anderzijds onvermijdelijk ook overlap tussen die groepen en lacunes in de zorgverlening.”

Bepaalde basiscompetenties moeten door iedere zorgverlener beheerst worden

“Naar de toekomst toe identificeren we daarom welke gemeenschappelijke competenties nodig zijn over de verschillende zorgverleners heen. En die basiscompetenties moeten, zij het in verschillende mate, door iedereen beheerst worden. Een statistische basis zal bijvoorbeeld voor sommige disciplines meer uitgebreid nodig zijn dan voor andere. Maar het is wel belangrijk dat alle zorgverleners, tot op een zeker niveau, data uit een rapport juist kunnen interpreteren. Alleen zo communiceer je vanuit de zorgverlening als één stem naar de patiënt.”

“Voor de bepaling van die generische rollen hanteren we de bestaande CanMEDS-rollen. Dat zijn competenties die onderdeel zijn van het beroepsprofiel van de zorgverlener.”

Welke van die CanMEDS-rollen verdienen dan extra aandacht naar de toekomst toe?

“Eerst en vooral, de rol van professional. Daar staat de betrokkenheid tegenover patiënten centraal. De manier waarop je je patiënt in zijn geheel bekijkt en de vertaling maakt van de gezondheidstechnologie naar de noden van de patiënt. Maar ook je betrokkenheid als zorgverlener in de maatschappij, je competentie om om te gaan met diversiteit en om gevoelig te zijn voor de meest kwetsbaren in de maatschappij.”

Belangrijk is ook inzetten op zelfzorg, weg van de glorification of busy

“Hierbij hoort ook de betrokkenheid naar het beroep toe, en je inzet om te groeien in je zorgberoep. Belangrijk is ook de betrokkenheid naar jezelf. Inzetten op zelfzorg, weg van de glorification of busy. Het staat mooi om te zeggen dat je het druk hebt. Terwijl er zoveel zorgverleners een burn-out krijgen of vroegtijdig met hun job stoppen.”

“Uiteraard ook de rol van communicator. Niet alleen in de communicatie met de patiënt en diens familie, maar ook in de communicatie met de maatschappij. De leergierige rol, waarbij je nieuwe kennis blijft ontwikkelen, evidentie toepast en op een wetenschappelijke manier reflecteert over toekomstige interventies.”

“De zorgverlener als ‘samenwerker’ en als ‘gezondheidspromotor’ worden enorm belangrijk. Hoe preventief en proactief verhoud je je tot het systeem? Durf je partnerschappen aangaan met andere disciplines, met netwerken en beleidsmakers? Durf je engagement opnemen ten opzichte van je patiënten? Ben je een rolmodel in de promotie en bescherming van gezondheid? En tenslotte, ben je een ‘leider en expert’ in de zorg die je verleent?”

Hoe vertaal je die competenties naar de curricula voor de gezondheidszorg in de toekomst?

“Eerst en vooral, in plaats van helemaal nieuwe gezondheidscurricula te promoten of aan te moedigen lijkt het ons interessanter om de bestaande curricula te gaan herschikken, en te kijken hoe we daar een gemeenschappelijke basis bieden aan zorgverleners uit verschillende disciplines.”

In het basecamp-model worden studenten van verschillende disciplines ondergedompeld in een gemeenschappelijke manier van denken en handelen

“In onze visie definiëren wij deze basis als een basecamp. Aan het begin van elke opleiding in de gezondheidszorg worden studenten in zo’n basecamp-module, samen met studenten uit andere disciplines, ondergedompeld in een gemeenschappelijke manier van denken en handelen volgens gedeelde principes van patiëntenzorg en in verschillende patiëntensettings. Zo leg je een generische set aan basiscompetenties aan. En net zoals bij een echt basecamp kan je je hele carrière terugkeren naar dit interprofessionele basecamp.”

Hoe moet ik me zo’n basecamp concreet voorstellen?

“Het basecamp-model zou perfect kunnen ingepast worden in de startersdagen van de opleiding. Je brengt bijvoorbeeld studenten geneeskunde, verpleegkunde, technologen, psychologen, maar ook juristen en economen, samen om interprofessioneel samen te werken rond een praktijkgeoriënteerde casus. Je ontdekt waar andere disciplines mee bezig zijn, hoe jij daar impact op hebt, hoe je kan leren van die andere disciplines en hen zelf ook informatie kan aanleveren.”

Kan u me een voorbeeld geven?

“De casus die we nu uitwerken draait rond een persoon die een dwarslaesie in de rug heeft opgelopen. Daardoor kan de patiënt zijn ledematen niet meer goed gebruiken. De zorg die de patiënt dan nodig heeft, gaat van de huisarts, over de verpleegkundige, tot bij de medisch technoloog die elektronische verplaatsingsmiddelen voorziet, of hem ondersteunt bij spraakproblemen. Verder zijn de kinesist en de psycholoog betrokken, de apotheker en de ergotherapeut die zorgt dat de patiënt zijn werkactiviteiten kan hervatten.”

“In de casus zoomen we dan bijvoorbeeld in op het aspect van communicatie. Hoe wordt de thuiszorg na de ziekenhuisopname gecommuniceerd? Welke zorgverlener bezoekt de patiënt na het ziekenhuisontslag eerst, wie maakt een zorgplan op, wie coördineert?”

Wat zijn nu de volgende stappen om deze visie naar de realiteit om te zetten? 2040 is nog ver weg.

“Dat klopt, 2040 is nog lang en we willen onze zorgverleners nu al met de juiste competenties wapenen. Daarom vertalen we onze langetermijnvisie naar kortetermijnstappen.”

“Zo werken we vandaag via het Voorsprongfonds samen met de verschillende zorgopleidingen om, waar mogelijk, het basecamp-concept vanaf einde van dit academiejaar te implementeren. We kijken dan vooral naar de curricula die nu al in hervorming zijn. Uiteraard proberen we ook technologie te implementeren in de huidige curricula en doen we ons best om die curricula te aligneren met de verschillende zorgcontexten.”

“De volgende stap is om de economische impact van de keuzes die we zouden maken te beoordelen en een voorstel te doen naar het beleid rond een nieuwe aanpak van het zorgsysteem. Daar moet een nieuwe werkgroep zich over buigen, want de onze was daar niet voor bevoegd.”

Het wettelijk kader voor zorgberoepen is nu verticaal, waardoor de verantwoordelijkheid over een patiënt gefragmenteerd is.

“En tenslotte moet de juridische context ook bekeken worden. Daar botsen we vandaag heel sterk tegenaan. Het wettelijk kader voor zorgberoepen is verticaal, per zorgberoep geregeld. Het gevolg daarvan is dat de verantwoordelijkheid over een patiënt gefragmenteerd is, terwijl het net interessanter zou zijn om de verantwoordelijkheid bij een team te leggen, met een delegatie van taken.”

Jullie visietekst werd onlangs voorgesteld op een symposium. Hoe is die daar onthaald?

“We hebben heel wat positieve reacties gekregen, vol engagement. Dat vond ik belangrijk. Men is er zich bijvoorbeeld van bewust dat de rol van verpleegkundigen opnieuw gevaloriseerd moet worden. Meer tijd bij de patiënt, daar draait het om. Daar zien we ook een rol voor de beleidsmakers. Aan de ene kant moeten de zorginhoudelijke taken weer aantrekkelijker worden voor starters en studenten, aan de andere kant moet de job op de juiste manier beloond worden.”

Wat vond u persoonlijk het meest verrijkend aan uw deelname aan deze werkgroep?

“Het was erg stimulerend dat in onze werkgroep heel wat disciplines vertegenwoordigd waren, zowel uit de biomedische, als de menswetenschappelijke en de groep van Wetenschap en Technologie. We hebben nagedacht over zoveel verschillende thema’s, van gezondheidseconomische aspecten, over technologische ontwikkelingen en chirurgische evoluties, tot de impact op de workforce en het verpleegkundigenstatuut.”

“Dat we daarbij samen tot één visie zijn gekomen, waarin de mens centraal bleef staan, en de focus lag op een toegankelijke zorg, diversiteit en oog voor de meest kwetsbaren in de gemeenschap, was het meest inspirerende voor mij.”

“Voor mij extra interessant was dat ik, na Metaforum, ook gevraagd werd om op te treden als academisch verantwoordelijke voor een van de projecten binnen het Voorsprongfonds. Dat is een vervolgtraject op Metaforum. In dat project wordt gewerkt rond de competenties van zorgprofessionals, een thema dat nauw aansluit bij de Metaforum-context. De opdracht was om een concrete eerste stap uit te werken voor de opleiding van de verschillende zorgberoepen. Het concept van de casus-georiënteerde basecamp-module is daar nu in volle ontwikkeling.”

Hebt u tot slot nog een persoonlijke boodschap aan de zorgverleners van vandaag en morgen?

“Om te beginnen, omarm de technologische evolutie en beschouw ze tegelijkertijd voor wat ze is. Technologie is een fantastische ondersteuning in je besluitvorming, maar zal nooit jouw klinische inschatting of je menselijke relatie met de patiënt vervangen.”

“Ten tweede, blijf de patiënt altijd in zijn geheel beoordelen. Het is goed dat de patiënt gespecialiseerd advies krijgt over bepaalde aandoeningen, maar de evaluatie volgens het bio-psychosociale model blijft essentieel. De wisselwerking tussen zorgverleners die dicht bij de patiënt staan en de specialisten die specifieke pathologieën behandelen, is daarin cruciaal.”

“Ten derde, de bevlogenheid voor je job bepaal je zelf. Zorg ervoor dat je job inhoudelijk interessant is en blijf daarbij van in het begin aandacht besteden aan je eigen zelfzorg. Ik heb een fantastische job als huisarts, niet alleen omdat de patiëntenzorg me zo boeit, maar ook omdat ik er constant over waak dat het haalbaar blijft.”

“Tot slot, het integreren van opleiding in je job geeft enorm veel energie. Zowel voor jezelf om te volgen, als de opleiding die je zelf aan anderen geeft. Misschien ben ik nu bevooroordeeld als docent (lacht), maar ik vind het ook onze taak om iets terug te geven. Niet alleen naar je patiënten maar ook naar de maatschappij, door de volgende generatie zorgverleners klaar te stomen."

Meer weten?

Lees hier de volledige visietekst.