Kritiek op puberteitsremmers is niet transfoob

Terug naar overzicht
Zijn puberteitsremmers veilig? Volgens Marleen Finoulst­ en Patrik­ Vankrunkelsven is dat onvoldoende bewezen. We weten te weinig over de langetermijneffecten. Daarbovenop is Het aantal mensen dat voor een behandeling aanklopt bij een genderkliniek, toegenomen.

Opinie verschenen in De Standaard op 13/9/2022

Wie kritiek uit op het gebruik van genees­middelen die de puberteit ‘on hold’ zetten bij kinderen die worstelen met hun genderidentiteit, wordt als transfoob of conservatief weg­gezet. Dat bleek uit de reacties op de column van Griet Vandermassen (DS 7 september). Als artsen vragen we om dit debat sereen en wetenschappelijk te voeren. De langetermijneffecten van puberteitsremmers op de gezondheid van jonge kinderen (tussen 8 en 14 jaar) zijn onbekend, en er zijn belangrijke redenen tot bezorgdheid.

Sinds enkele jaren is het aantal mensen met genderdysforie explosief toegenomen: ze ervaren een gevoel van onbehagen, omdat hun geboortegeslacht niet overeenkomt met hun genderidentiteit. Voor sommigen is dat gevoel duidelijk (ze zijn transvrouw of transman), voor anderen is het fluïde. Vooral het aantal meisjes en jonge vrouwen met genderdysforie neemt toe. Er is nood aan onderzoek om dat fenomeen te verklaren.

De genderkliniek in Gent, de grootste­ van België, noteerde in 2010 22 aanmeldingen van kinderen van 17 jaar of jonger. In 2020 waren er al 92, meer dan een verviervoudiging. In februari 2020 stonden al 122 kinderen op de wachtlijst. Bij 59 van hen werden­ in de jaren voordien behandelingen met puberteitsremmers op­gestart.

© Getty

Pauzeknop

Op de website Transgenderinfo.be staat: ‘De behandeling met puberteitsremmers is omkeerbaar en dus niet definitief, ze is eerder ondersteunend. Kinderen of jongeren kunnen altijd stoppen met puberteitsremmers: dan gaat het eigen puberteitsproces gewoon door.’ Daarover bestaat­ ernstige twijfel. Puberteitsremmers zijn geneesmiddelen die de productie van geslachtshormonen onderdrukken door in te spelen op de hypofyse in de hersenen. Ze werden oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van kinderen met pubertas praecox: een afwijkende medische aandoening gekenmerkt door een te vroege puberteit. Die wordt tijdelijk afgeremd door de medicatie.


Een onvoldoende onderbouwde medische behandeling toepassen op kwetsbare kinderen, vinden ook wij onverantwoord

Diezelfde puberteitsremmers worden nu gegeven aan gezonde kinderen met genderdysforie, bij aanvang van de puberteit. Als de puberteit zich niet doorzet, krijgen secundaire geslachtskenmerken, zoals stemverandering, baardgroei of borstontwikkeling, minder kans om zich te ontwikkelen, waardoor een transitie later makkelijker uit te voeren is. Ondertussen krijgt het kind tijd om na te denken over zijn genderidentiteit en kan het kiezen welke kant het op wil. Vaak wordt gesteld dat de remmers de puberteit gewoon op pauze zetten, maar is dat zo?

Studies wijzen op mogelijke complicaties, zoals botontkalking, en op een verstoring van cognitieve ontwikkelingsprocessen in de hersenen, waardoor de kinderen niet langer in staat lijken om complexe problemen te ontrafelen. Die potentieel ernstige nevenwerkingen vragen grondig wetenschappelijk onderzoek. Ook in Gent hebben ze nog weinig zicht op de impact van puberteitsremmers op de gezondheid, omdat de meeste behandelingen pas in de laatste jaren werden opgestart.

Driekwart van de kinderen met genderdysforie die geen puberteitsremmers nemen, heeft na de puberteit vrede met zijn of haar geboorte­geslacht en gaat niet in transitie. Van de kinderen die wel puberteitsremmers krijgen, gaat slechts 2 procent niet in transitie, blijkt uit internationale opvolgstudies. De overgrote meerderheid ondergaat een vervolgbehandeling met hormonen die het transitieproces voortzetten. Dat wijst erop dat puberteitsremmers bijna altijd de start inluiden van het transitieproces. Kunnen zorgverleners die kinderen uitleggen waaraan ze beginnen? En dat die behandeling meestal leidt tot steriliteit en disfunctionele geslachtsorganen? Wie zich transgender blijft voelen, kan nog steeds op volwassen leeftijd zelf kiezen voor een medische transitie.

Grootste kliniek VK stopt

In het Verenigd Koninkrijk werden de voorbije twee jaar zoveel kinderen met puberteitsremmers behandeld, dat de Britse National Health Services een on­afhankelijk onderzoek beval over de impact ervan op de gezondheid. De opdracht werd uitgevoerd door de gewezen voorzitter van het Royal College of Paediatrics and Child Health, de kinderarts Hilary Cass. Zij concludeert dat er onvoldoende bewijs­ is om de veiligheid van puberteitsremmers te garanderen. Om die reden besliste de Britse minister van Volksgezondheid dat deze behan­delingen voor de veelal kwetsbare kinde­ren experimenteel zijn en dat ’s werelds grootste genderkliniek, Tavistock­ in Londen, in 2023 de deuren moet sluiten. De kliniek wordt vervangen door centra waar de nadruk ligt op psychosociale begeleiding bij genderstoornissen.

Cass wordt nu uitgemaakt voor transfoob en conservatief (net als filosofe Vandermassen), terwijl ze oproept tot een sereen debat, waarin alle aspecten aan bod komen. Een onvoldoende onderbouwde medische behandeling toepassen op kwetsbare kinderen, met verstrekkende en onomkeerbare gevolgen, vinden ook wij onverantwoord.