Het New Deal organisatie- en financieringsmodel voor de huisartsgeneeskunde

Terug naar overzicht

Door vergrijzing stijgt de zorgvraag en wordt deze ook complexer. Huisartsen voelen zich overbevraagd en voeren patiëntenstops in, waardoor patiënten op sommige plaatsen geen huisarts meer vinden. Het systeem van betaling per prestatie vergoedt onvoldoende het werk buiten de patiëntencontacten en laat moeilijk toe dat het team in de huisartspraktijk diverser wordt. De jongere generaties wensen ook een nieuw evenwicht tussen professioneel- en privéleven. 
Een nieuw organisatie- en financieringsmodel voor de huisartsgeneeskunde moet toelaten dat huisartsen hun praktijk inrichten op een manier die beter past bij deze veranderende context.

Verschenen in het Contactblad Maart 2023

Een reflectiegroep bestaande uit de artsensyndicaten, mutualiteiten, academische centra huisartsgeneeskunde, wetenschappelijke verenigingen huisartsgeneeskunde en hun jongerenafdelingen, huisartsenkringen, huisartsen in opleiding, KCE, FOD Volksgezondheid en RIZIV heeft hiervoor een voorstel ontwikkeld. Daarnaast werd het werkveld bevraagd, door middel van focusgroepen bij 11 LOK-groepen verspreid over heel België (2 sessies per LOK-groep) en een online bevraging, ingevuld door 2.453 respondenten. Het KCE produceerde ook een rapport over 5 andere Europese landen met een gemengd financieringsmodel van de huisartsgeneeskunde.

Hoe ziet dit nieuwe model eruit?

Het New Deal organisatie- en financieringsmodel heeft betrekking op de huisartspraktijk, gedefinieerd als een praktijk die wordt uitgebaat door één of meerdere geaccrediteerde huisartsen en die onder hetzelfde dak of gestructureerd in een netwerk werken, met een gedeeld patiëntenbestand en integratie-instrumenten zoals gedeelde patiëntendossiers, zorgoverleg en coördinatievergaderingen.

Het New Deal financieringssysteem is een drieledig gemengd model waarbij huisartsen betaald worden met een capitatiebedrag voor elke patiënt met een vaste behandelrelatie (analoog aan het GMD), per prestatie (consultaties, bezoeken en technische aktes) en via een premiefinanciering.

In een New Deal praktijk zal het capitatiebedrag per patiënt met een vaste behandelrelatie aanzienlijk hoger zijn dan het bedrag voor het GMD in de prestatiefinanciering; de bedragen voor de honoraria voor consultaties en bezoeken zullen lager zijn, zodat deze twee componenten gemiddeld een even groot aandeel vertegenwoordigen in het inkomen van de huisarts. Bedragen voor technische aktes blijven onveranderd. Het capitatiebedrag wordt gemoduleerd naar zorgzwaarte. Voor consultaties met patiënten zonder vaste behandelrelatie (vakantiegangers, studenten, …) gelden de reguliere tarieven, ‘passantentarief’ genoemd.

De premiefinanciering bestaat uit 4 onderdelen. Voor de onderdelen ondersteuning, kwaliteit en beschikbaarheid worden de huidige systemen behouden (geïntegreerde praktijkpremie, beschikbaarheidshonoraria, zorgtrajecten, …). Het onderdeel samenwerking creëert een vergoeding voor praktijkmanagement in functie van het aantal zorgverleners binnen de praktijk en het aantal patiënten met een vaste behandelrelatie, en een optionele premie voor een verpleegkundige in de huisartspraktijk in functie van het aantal vaste patiënten in de praktijk. De premie voor de praktijkverpleegkundige wordt verbonden aan voorwaarden, namelijk naar de grootte van de praktijk, het gebruik van integratie-instrumenten en het opzetten van programma’s in preventie en proactieve zorg.

Het nieuwe financieringsmodel is budgetneutraal voor een gemiddelde praktijk. Er is bijkomende financiering voor de premies voor praktijkverpleegkundigen en praktijkmanagement.

Wat zijn de verwachte effecten?

  • Erkenning en honoreren van werk buiten directe patiëntencontacten
  • Vergoeding volgens zorgzwaarte en complexiteit
  • Meer autonomie in het besteden van de middelen
  • Taakdelegatie naar andere zorgprofessionelen voor protocoleerbare zorg
  • Minder consultaties per huisarts door taakdelegatie
  • Valorisatie technische aktes blijft door behoud huidige tarieven
  • Kwaliteitsverhoging door meer preventieve en proactieve zorg door taakdelegatie
  • Ontwikkeling praktijkprocessen en richtlijnen met kwaliteitsverbetering tot gevolg

Wat zijn de volgende stappen?

Technische uitwerking van het voorstel volgt in een aansluitend traject binnen de NCAZ. Het organisatie-en financieringsmodel zal tijdens de startfase geëvalueerd worden en bijgestuurd waar nodig. Dit nieuwe model zal bestaan naast de huidige bestaande systemen en huisartsen zullen vrijwillig kunnen instappen in dit nieuwe model.