Verschenen in De Standaard op 15/07/2022
Eerder deze maand heb ik een fijne verjaardag gevierd: ik ben veertig jaar huisarts. Toen ik in 1982 afstudeerde, waren er nog te veel artsen. Jonge (huis)artsen moesten soms jaren ploeteren om een goed bestaan te kunnen opbouwen. Nu zijn er 40 procent meer huisartsen en wordt er een tekort ervaren (DS 8 juli). Hoe is het zover kunnen komen? Ons land heeft de afgelopen jaren vaak de kans laten liggen om te investeren in de organisatie van praktijken. Dat breekt ons nu zuur op.
Toen de Mexicaanse griep in 2009 voor de deur stond, werd een concrete procedure uitgewerkt voor een nomenclatuur om verpleegkundigen de griepvaccinatie te laten uitvoeren. Dat voorstel werd gekelderd door een corporatistische beroepsgroep, waardoor die vaccinatiecampagne door huisartsen een dure actie werd.
Toen academici enige tijd later het initiatief namen om een opleiding voor praktijkassistenten in de huisartspraktijk op te zetten, werd dat door een andere beroepsgroep gekelderd. Dat zou het exclusieve domein van verpleegkundigen zijn.
• Is er een huisartsentekort in uw regio? Bekijk hier de kaart
Dan is er ook nog de moeizame zoektocht naar een geschikt pand. Huisartsen werken tegen vaste tarieven, maar het budget dat nodig is om een pand voor een praktijk te huren, te kopen of te bouwen, varieert enorm naargelang van de regio. Jonge huisartsen in de regio Mortsel gaven aan dat de hoge kostprijs voor hen de belangrijkste drempel was om zich te vestigen. Antwerpen neemt nu zelf het initiatief: in verschillende wijken stelt het stadsbestuur gebouwen ter beschikking voor een groepspraktijk van huisartsen (DS 19 mei).
Twintig jaar geleden al, in 2002, werd in het Vlaams Parlement een verzoekschrift ingediend om het Vipa – zeg maar het bouwfonds waar onder andere wijkgezondheidscentra een beroep op kunnen doen – open te stellen voor huisartsen. Het voorstel werd besproken, maar door kleingeestige overwegingen (we gaan die rijke dokters toch niet subsidiëren!’), politieke traagheid en gebrek aan visie, is daar nooit iets van in huis gekomen.
Besturen is vooruitkijken, visie ontwikkelen op lange termijn. Nu de nood hoog is zal de regering wellicht met wat lapmiddelen komen. De recente nota van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) is een verdienstelijk werkstuk. Maar wat is de visie van het beleid op lange termijn? We horen het graag.