Na recente aanbevelingen van het IARC en de Wereldgezondheidsorganisatie over baarmoederhalskanker screening (met artikel in The New England Journal of Medicine) is het tijd om één en ander te bespreken met een panel van experten tijdens een LKI (Leuven Kankerinstituut ‘cel preventie’) teaching moment. Er is hierover tevens recent een consensus document binnen de werkgroep pathologie. Screening van baarmoederhalskanker kan met cytologie maar ook met opsporing DNA van HPV al dan niet met liquid-based cytologische co-testing. Het landschap voor baarmoederhalskanker screening is sedert 2005 (laatste update richtlijnen) ook wat veranderd met de toenemende populatie post HPV-vaccinatie.
Wat is het huidige nut van (co-testing met) cytologie en moet onze strategie veranderen, ook naar terugbetaling toe? Wat met toenemend aantal colposcopieën en eventuele onnodige behandelingen? Wat met afname van de positieve voorspellende waarde bij de doorverwezen vrouwen (letsels in regressie)? Zijn er met HPV screening nieuwe voorspellers voor CIN2 en CIN3?
Is de lagere testfrequentie met objectieve moleculaire test een veilige winst in kostprijs, lagere drempel om de niet-gescreende populatie alsnog te screenen met zelftest? Welk is de beste test, pCR of RNA-test?
Vanaf wanneer en tot op welke leeftijd screenen we (nut hervaccinatie) en wie zijn de risico groepen op basis van HPV-voorgeschiedenis?
Voorzitter: prof. P. Neven en dr. C. Bourgain